Voor iedereen een startup

Hoe we steeds meer weten wat er gebeurt achter de slagschaduw van de unicorns

In februari van dit jaar bereikte een onbekend Nederlands bedrijf de status van unicorn. Het in 2017 door twee recente afgestudeerde UvA-IT-ers en een HvA-psycholoog opgerichte Datasnipper was nog nooit gemeld in Het Financieele Dagblad maar stond op 2 februari opeens op de voorpagina omdat de laatste investering leidde tot een waardering van 1 miljard euro. De unicorn droom is onderdeel van de aantrekkingskracht van startups voor oprichters èn investeerders. Al merkt de redacteur van het FD fijntjes op dat Datasnipper een locatie heeft betrokken waar eerder de omgevallen fietsenfabrikant VanMoof zijn hoofdvestiging had.

De vergelijking met VanMoof levert nog er ander inzicht op. De waardering van Datasnipper nu is al meer dan het dubbele dan de hoogste waardering die VanMoof in 2021 bereikte. Waarvoor VanMoof ook nog eens vijf keer zoveel werknemers nodig had als Datasnipper nu. Datasnipper is overigens een zwaluw. Na een stormachtige groei van het aantal unicorns tot 29 in 2022 was het in 2023 opeens stil en was Datasnipper de unicorn die onaangekondigd de stilte verbrak.

Ondernemerschap blijft groeien

De faillissementen (en soms ook doorstarts) bij VanMoof, Lightyear en Pieter Pot in 2023 doen nog niets af aan de trend dat steeds meer mensen een startup willen beginnen. Nederland had 20 jaar geleden een inhaalslag te maken, maar daarna is het aantal startende ondernemers sterk gegroeid. En ook de kleine minderheid van schaalbare startups daarbinnen stijgt in aantal. Hoewel het groeitempo nu afneemt, stijgt het aantal ondernemers dat jaarlijks zo’n startup begint, nog steeds. Het is een keuze die je ook steeds jonger kunt maken. Tien hogescholen bieden al een opleiding ondernemerschap aan (vooral in combinatie met retail), bij zes universiteiten kun je een master entrepreneurship doen en bij Tilburg University kun je zelfs al als bachelorstudent starten met de opleiding entrepreneurship & business innovation. En de Centres for Entrepreneurship, Knowledge & Technology Offices en incubators van hogescholen en universiteiten maken aan bijna alle studenten (en onderzoekers) de optie van ondernemerschap zichtbaar.

Rol van startups in economie

Startups zijn een centrale factor geworden in het Nederlandse economisch en innovatiebeleid. Qua massa die startups innemen lijkt het op het eerste gezicht nog mee te vallen. In het jaarlijkse banenrapport van Dealroom, Techleap en CBRE (Dutch Tech Startup Employment 2023) worden 151 duizend Nederlandse banen toegerekend aan startups, scale-ups en grownups die sinds 1990 zijn ontstaan in Nederland. Elke morgen gaat ruim een procent van de Nederlanders (en expats) aan de slag bij een startup of een bedrijf dat de afgelopen decennia met die ambitie is opgericht. Maar startups zijn niet als eerste belangrijk vanwege hun directe bijdrage aan de werkgelegenheid. Ze zijn door hun creativiteit en ondernemerschap in staat oplossingen te bedenken en te testen in de markt. De opschaling – waarbij je in een klein land de grens over moet – gebeurt soms door henzelf (Booking en Adyen), maar veel vaker doordat ze worden overgenomen door een bestaand bedrijf – dat deze creativiteit juist erg nodig heeft.

Startup ervaringen in Nederland

Tot zover de statistieken. Deze vormen op zichzelf al een illustratie van de groeiende rol van startups en scale-ups in het Nederlandse ecosysteem. Maar wat ervaren startups eigenlijk zelf? Vorig jaar hebben wij voor het Ministerie van EZK een evaluatie gehouden over de rol van StartupDelta en Techleap. Ons viel op dat er op dat moment nog geen surveys beschikbaar waren gericht op deze groep van schaalbare jonge ondernemingen. En in bestaande surveys vormen ze een te kleine groep om er conclusies aan te kunnen verbinden. In 2023 hebben we daarom voor het eerst een survey gehouden onder startups. Dat hebben we gedaan onder de groep startups die door Dealroom, Pitchbook of Crunchbase wordt gesignaleerd als schaalbare jonge onderneming. Daarbinnen hebben we één groep in het bijzonder bevraagd: de groep die behoort tot het netwerk van Techleap en aan een evenement of programma van de aanjager heeft deelgenomen.

Er zijn in Nederland meerdere communities van startups, maar Techleap heeft wel het grootste netwerk. We hebben een gestratificeerde steekproef samengesteld van zowel startups die hebben deelgenomen aan een van de programma’s of evenementen van Techleap als startups die dat niet hebben gedaan en in totaal hebben 167 respondenten antwoord gegeven op een lange set aan vragen. De programma’s van Techleap werken nogal eens met selectie: alleen de meeste kansrijke startups worden geselecteerd voor deelname. Misschien is dat een van de verklaringen dat de gemiddelde leeftijd van de respondenten 44 jaar is, waarbij de jongste respondent 25 jaar is en de oudste 75 jaar. Het beeld van de net afgestudeerde hipster is dus maar klein een deel van het verhaal.

Ambities en drijfveren

Het survey heeft inzicht gegeven in de ambities van startups, factoren die belangrijk zijn voor hun groei en in hun ondersteuners. De top 3 van hun ambities zijn het oplossen van een belangrijk probleem (71%), uitbreiden naar buitenlandse markten (65%) en bijdragen aan een betere wereld (54%). Financiële verdiensten staan pas op nummer 5 (overgenomen worden) en 7 (geld opleveren voor de aandeelhouders). Hun ambities suggereren dat ze belangrijke drivers voor verandering kunnen zijn.

Groeifactoren onder de loep

Maar lukt het hen ook om hun ambities te realiseren? De top 3 van factoren die startups zelf noemen als belangrijke stimulans voor groei van startups zijn achtereenvolgens kapitaal, talent en netwerken. Het lijken bekende factoren, toch is het goed om te beseffen dat ze verschillen in de omvang waarin ze beschikbaar zijn. Voor netwerken geldt paradoxaal dat hoe meer ondernemers deelnemen, hoe toegankelijker ze worden voor de volgende groep ondernemers. Voor talent geldt juist wel dat ondernemers elkaar daarin in de weg kunnen zitten. Zeker nu startups vaak bij elkaar in de buurt lijken te zitten, in universiteitssteden en met name in Amsterdam.

Innovatie en beleid in ondernemingslandschap

Startups zien zichzelf als oplossers van problemen, waar andere bedrijven en de samenleving veel baat bij kunnen hebben. Niet verwonderlijk dat veel sectoren, ketens en regio’s veel verwachten van startups en ze een plek willen geven – in hun beleid en letterlijk, door het bieden van fysieke werklocaties. In ons survey bleek dat de helft van de startups al eens heeft deelgenomen aan een incubator of accelerator. Maar inmiddels zijn we terecht gekomen in een decennium van schaarste, waardoor startups en hun versnellers elkaar ook in de weg kunnen gaan zitten. In de Techleap-evaluatie merkten we dat ook op. Er is inmiddels een breed publiek en privaat aanbod van groeiversnellers. Om marktverstoring te voorkomen is het logisch dat overheden vooral de programma’s financieren waar ondernemers actief zijn die werken aan maatschappelijke oplossingen en waar marktintroductie of financiering lastiger zijn. De overheid heeft daar een extra rol, omdat ze als regelgever, systeemverantwoordelijke of opdrachtgever extra kan bijdragen aan de condities voor startups en scale-ups. In een tijd van schaars menselijk kapitaal draagt niet elke snelgroeiende onderneming (die immers ook groeiend beslag legt op schaars menselijk kapitaal) bij aan brede welvaart in Nederland. Het is logisch om programma’s te koppelen aan specifieke thema’s en vooral aan bestaande ecosystemen om deze startups ook te helpen snel impact te realiseren.

Effectief beleid voor ondernemerschap

Een startup lanceren is voor steeds meer studenten een aantrekkelijk loopbaanperspectief maar de vraag naar startups, van gemeente, regio’s en topsectoren en hun Nationale Groeifonds-consortia lijkt nog groter en de middelen voor startup beleid zijn omvangrijk. Hoe voorkom je dat publiek geld tegen elkaar concurreert? In onze Techleap-evaluatie stipten we al enkele punten aan voor landelijke beleidsmakers en in onze adviespraktijk geven we die handen en voeten. Met het groeiend aanbod van studenten en onderzoekers die ondernemer willen worden, is het van belang dat sectoren en maatschappelijke groepen hun vraag articuleren en laten weten op welke onderwerpen nieuwe vindingen, oplossingen en marktintroductie nodig zijn. Ook steeds meer gemeenten en regio’s willen een ‘startupbeleid’ voeren, maar hoe zorg je dat je je publiek geld effectief en zorgvuldig besteed? Ik sluit af met enkele suggesties voor hen.

  • Startups zijn vindbaar. Datatools als Dealroom en Crunchbase bieden veel info maar werken met scraping en maken daardoor ook fouten. Wij voegen aan deze Dealroom-data vaak nog veel analyse en ook nieuwe bedrijven toe. Dan heb je een werkbare lijst van startups in je gemeente of regio.
  • Alleen al dat portfolio van startups geeft aan voor welke activiteiten je gemeente of regio kennelijk aantrekkelijke condities biedt. Bestaande bedrijvigheid is vaak een belangrijke driver maar ook de geografie van de regio verklaart veel. Als we aan de slag zijn met West-Brabant of Noord-Holland Noord zien we dat het geen toeval is dat er daar veel startups in bijvoorbeeld robotica, alternatieve eiwitten of precisielandbouw.
  • Wees als regio of gemeente daarom scherp op de sleuteltechnologieën waarin je als regio meer te bieden hebt dan anderen. Er zijn methoden om het ‘innovatiepotentieel’ van je regio tot in detail in beeld te brengen. Een ROM of Board kan startups die op deze technologieën actief zijn een extra zetje geven. 
  • Onze ervaring is dat startups vaak bereid zijn hun ervaringen en behoeften te delen. Netwerken zijn belangrijk en als ze die missen dan kun je in de regio hen daarin ook ondersteunen door ze met elkaar en met kennisinstellingen in contact te brengen.
  • Wij zien dat de founders van startups vaak bezig zijn met hun technische oplossing. Het bijpassende business model staat pas daarna op de agenda. In een regio kun je technische founders koppelen aan business competenties. In de provincie Brabant zijn we nu bijvoorbeeld actief om studenten met management en commerciële studies te koppelen aan jonge (en oudere) bedrijven die impact willen maken.

“Intelligent startup beleid is een belangrijk agendapunt voor universiteiten en voor topsectoren en Nationale Groeifonds-consortia. Maar ook regio’s en gemeenten kunnen hun verlangens op dit terrein handen en voeten geven. Voor iedereen een startup.”

Blog bij de Evaluatie van Startup Delta en Techleap, uitgevoerd door een team van Birch (onder leiding van Jan Peter van den Toren) en Universiteit Utrecht (onder leiding van Erik Stam)